zondag 1 mei 2016

Dag 84, 85 en 86: Tweedaagse Galibi en Frans Guyana

Vrijdag 29 april 2016

Lieve lezers,

Eindelijk had ik nog eens een uitstap voor de boeg. Deze keer naar Galibi en Frans Guyana. Om 07.45u 's morgens werd ik verwacht aan 'T Vat waar we met de groep zouden vertrekken met de bus. Ik had de dag op voorhand al een taxi gereserveerd zodat we geen problemen zouden hebben met een taxi te bereiken. Om 07.15u had ik gereserveerd, maar toen we aan het wachten waren, werd het al snel duidelijk dat de taxi niet zou komen opdagen. Na meer dan 20 keer bellen en 20 keer een bezettoon te horen, kreeg ik uiteindelijk een taxi te pakken. Het was ondertussen al 08.00u. Meer dan 40 minuten wachten in de gietende regen en bovendien ook onweer is absoluut geen pretje. Toen we aankwamen waren we de eersten. Ook de rest van de groep had vertraging opgelopen door het regenweer en de taxi. Om 09.30u vertrokken we uiteindelijk. Toen we bijna de stad uit waren, kwam de gids erachter dat we twee stagiaires mee hadden die eigenlijk niet geboekt hadden bij ons, maar bij een andere touroperator. Het was een grote chaos en de andere touroperator verplichtte onze chauffeur om terug naar de stad te rijden om de stagiaires af te zetten en de twee juiste mensen mee te hebben. Na de vertraging met de taxi's was er dus ook nog een uur vertraging door dit. Uiteindelijk is de bus vetrokken om 10.30u. Heel wat later dan effectief gepland. De bus reed terug de stad uit richting Commewijne. Het dorp aan de overkant van de Surinamerivier. Daar maakten we even een tussenstop voor vrolijke drankjes en iets lekkers. Daarna reed de bus door naar het volgende dorp waar we stopten om te ontbijten. Het regende nog steeds heel hard, maar gelukkig konden we plaatsnemen in een hut waar we droog zaten.





Op de heenweg reed de bus langs Moiwana. Een dorp waar in 2007 heel wat mensen zijn uitgemoord. Er is een monument geplaatst ter nagedachtenis van de slachtoffers. Heel mooi om deze plaats te bezichtigen. Er zijn torens geplaatst in verschillende groottes. Deze geven de leeftijden weer van de mensen die daar zijn overleden. Er was zelfs een steen te zien van een erg jong kindje. De zuilen zijn gekenmerkt met het Afaka schrift die de eigenschappen weergeven van hun. 



We kwamen aan in Albina. De plaats waar we de boot zouden nemen richting Galibi. Even tussendoor namen we de boot richting Frans Guyana (St. Laurent) waar ik enkele zaken in orde moest maken voor de verlenging van mijn visum. Gelukkig ging één van de gidsen mee om te assisteren. De boottocht duurde niet lang. We gingen richting de controlepost om een stempel te krijgen in het paspoort. De volgende stop was een kantoor voor het aanvragen van een toeristenkaart waarmee ik terug Suriname in zou kunnen gaan. Er was weinig volk dus het duurde niet lang voor dit allemaal geregeld was. Daarna moest ik terug op de boot om naar de rest van de groep te gaan die stond te wachten in Albina. Daar stapte ik over op een andere boot die richting Galibi ging varen. Het was een spectaculaire, maar angstaanjagende boottocht. Het regende nog steeds hevig en het water was op sommige momenten wild. Gelukkig was ik voorzien van een regenjas en een paraplu zodat ik mezelf kon beschermen en niet te nat zou worden. Het stopte even met regenen toen de boot aanmeerde in Galibi. Dat is natuurlijk handig want de rugzakken en de andere materialen moesten uitgeladen worden om naar de verblijfplaats te brengen. 

Een hut voor de hangmatten, slaapkamers en een keuken.

Een propere slaapkamer en gelukkig ook een klamboe!

Regen... Niets aan te doen

We kregen ook bezoek van een neushoornkever. Op de foto lijkt het absoluut niet groot, maar het had zeker de grootte van een schuursponsje. Het beestje dankt zijn naam aan de relatief grote hoornachtige stekel op de kop van een mannetje. Deze verharde hoorn wordt gebruikt om concurrenten omver te duwen en dient niet ter verdediging. 

De Neushoornkever

Voor de avondwandeling maakte ik nog even kennis met de papegaai van de buren. Ik had eerst een beetje bang om hem te aaien, maar hij was heel lief en beet niet. Het beestjes is nog maar drie maanden oud, maar al flink getraind! Hij genoot van de 'aaikes'.


Iedereen had de keuze om al dan niet mee te gaan met de avondswandeling. Het leek mij wel leuk om te doen aangezien ik al bijna een volledig dag had gezeten en graag mijn benen is wou strekken. Galibi is een dorp in het district Marowijne en ligt aan de monding van de Marowijnerivier op de grens met Frans Guyana. Het is een dorp bestaande uit twee dorpskernen: Christiaancondre en Langemankondre. Ik verbleef in Christiaancondre, genoemd naar Christiaan wiens vader de stichter zou geweest zijn eind 19de eeuw. De naam Langemankondre komt van een lange slanke kapitein die door zijn vrienden de bijnaam Langeman kreeg. Galibi is geisolleerd gebouwd op een zandrits die ongeveer 5 km lang en 8oo m breed is. Het is omgeven door de Atlantische Oceaan en de Marowijnerivier. 


Galibi wordt bevolkt door een unieke indianengemeenschap. Er wonen ongeveer 1000 mensen die voornamelijk van visvangst en toerisme leven. Het toerisme in het dorp is beperkt en voornamelijke toegespitst op het bezoek aan de zeeschildpadden die er op de stranden van het Galibi natuurreservaat komen broeden. Buiten het broedseizoen wordt Galibi weinig tot niet bezocht door toeristen. 

Het dorp is een van de kernen van het werkgebied gekoppeld aan de stedenband tussen Kokzijde in België en Galibi in Albina. Deze stedenband werd in 2008 gestart en ondertussen werden al heel wat resultaten geboekt in deze samenwerking. Kokzijde heeft geholpen met het aanleggen van een waterzuiveringscentrale voor beide dorpskernen. Het water is bedoeld als drinkwater en om te baden. 

Er zijn heel wat mooie dingen te zien in het dorp. De hutten stralen een gevoel van warmte en gezelligheid uit. Alles is ook aanwezig in Galibi: een bakkerij, een kleine supermarkt, een souvenierswinkeltje, een bibliotheek, de kerk en ook een school. 

Hieronder een foto van de lokale bakkerij waar casavebroden worden gemaakt door de oudste vrouw van het dorp. De broden hebben een speciale smaak en niet iedereen lust dit even graag. De casave wordt geraspt waarbij al veel van het giftige sap wegdruipt. Daarna wordt het in een pers gehangen waardoor al het sap eruit trekt. De inhoud van die pers wordt vermalen tot fijne kruimels die als een soort pannenkoek gebakken worden tot casavebrood. 

De bakkersvrouw

Lokale vis







De school werd in 1925 opgericht door pater Morsen. Er stond toen een eenvoudig gebouw bestaande uit palmbladeren en hout. In de jaren 60 werd er een stenen gebouw gezet.  

Het souvenirswinkeltje: Worian Uwaponaka waar ik een leuk aandenken kocht om mee te nemen naar huis. De spulletjes (vooral armbanden, kettingen en versierde kokkosnootschillen) worden met de hand gemaakt door de lokale inwoners. Hun naam wordt hieraan gehangen zodat de verkoopster weet van wie welk souvenir is. De verkoopster schrijft dit op wanneer er iets gekocht wordt en het geld gaat daarna naar de persoon die het gemaakt heeft. Meestal zijn dit de vrouwen van het dorp die deze dingen maken. 









De wandeling zat er op en er stond mij lekkere saoto soep te wachteb. Het is een maaltijdsoep met rijst, kip, een soort van steppegras, sojascheuten en ei. Een heerlijke maaltijd om op te warmen bij het toch wel koude weer.




En dan was het eindelijk zover! Zeeschilpadden spotten in het donker. Ik kleedde mij warm aan, nam mijn paraplu en regenjas en ik stapte in de boot. Het was wel een beetje eng zo op het wilde water want niemand mocht met een zaklamp schijnen aangezien dit de bootsman zou verblinden. Ook op het strand mocht er niet met een zaklamp geschenen worden omdat dit de zeeschildpadden zou afschrikken. De boot kon niet volledig aanmeren op het strand dus mijn lange broek werd nat van door het water te lopen. Ideaal voor die vervelende muggen dus... 


Met de gids voorop liepen we langs de waterkant op zoek naar sporen van grote schildpadden. Ze laten precies een tractorspoor achter waardoor het gemakkelijk te zien is in welke richting ze zijn gegaan. Even wat boeiende informatie over de schildpadden en hun broedmoment.

Zeeschildpadden zijn een familie van grote schildpadden die in alle tropische en in sommige subtropische en gematigde zeeën voorkomen. Wereldwijd komen er zes soorten voor waarvan er minstens vijf bedreigd zijn. Zeeschildpadden zijn ongeveer 120 miljoen jaar gleden ontstaan uit schildpadden die meer op het land leefden. Ze zijn zeer goed aangepast aan het leven in de zee. Ze moeten regelmatig ademhalen, maar in rust kan de schildpad lange tijd onder water blijven. Hij kan tot wel 30km per uur zwemmen. De meesten soorten kunnen enorme afstanden afleggen, waarbij ze gebruik maken van het magnetisch veld van de aarde en de stroming van de zee. 

De soorten die voorkomen in Galibi zijn:
  •  De Krapé (Soepschildpad): 110 cm lang, 80cm breed, 160-250kg. Eet voornamelijk zeegras, zeewier en algen.
Niet zelf gemaakt.

  • De Leatherback: 180 cm lang, +- 1000kg. Het schild heeft een lederachtige laag met zeven richels. Eet voornamelijk kwallen. 
Niet zelf gemaakt.

  •  De Warana: 70 cm lang, 50 cm breed, 36-45kg. Eet voornamelijk garnalen.
Niet zelf gemaakt.

De vijanden van zeeschildpadden zijn grote rovende vissen, maar jonge dieren worden ook vaak door watervogels als meeuwen uit het water gepikt. Hun eieren worden vaak uitgegraven door diverse dieren door zoals bijvoorbeeld de wasbeer. Volwassen zeeschildpadden zijn vaak langer dan een meter en hebben weinig natuurlijke vijanden. De grootste bedreiging voor hen is de mens die op hen jaagt voor hun vlees, vet en schilden. De dieren komen ook weleens terecht in losse visnetten of stikken ze in door de mens achtergelaten rommel in de zee. Ook het kleiner worden van nestplaatsen is een belangrijke bedreiging, evenals als de bebouwing in de buurt hiervan. Het licht dat wordt verspreid door bebouwing zorgt ervoor dat de net uitgekomen schildpadjes, met name 's nachts, in de war raken. Hierdoor gaan ze niet naar de zee, maar volgen ze het licht en gaan ze de andere kant op waar ze geen schijn van kans maken. 

De paring vindt plaats in zee, waarbij de schildpadden elkaar in de nek bijten. Om de 1 a 2 jaar komen de wijfjes naar het strand om eieren te leggen. Ze zijn zeer kieskeurig in het strandkeuze en gaan altijd terug naar het gebied waar ze zelf ooit geboren waren, op enkele soorten na. Op zandstranden graaft het wijfje met haar flipperachtige achterpoten een kuil van 30 tot 50 cm diep en deponeert daarin haar 100 tot 110 eieren. Tijdens het afzetten van de eieren geraakt ze in een soort trance waardoor ze makkelijk benadert kan worden. Stropers gebruiken dit moment om de eiren op te vangen voor verkoop, natuurbeschermers om de eieren veilig te stellen of ze elders op te kweken tot jonge schildpadjes. Als het vrouwtje weer bijkomt, gooit ze de kuil dicht en kruipt ze terug naar zee. Na het uitkomen trekken de jonge zeeschildpadden direct naar het water. Vermoedelijk is het niet de zee die ze herkennen en waardoor ze aangetrokken worden, maar juist de donkere duinen die ze afstoot en ze de andere kant doen opgaan. Het grootste deel van hen wordt binnen korte tijd verschalkt door vissen, vogels en nog andere dieren die nog graag jonge en zachte schildpadjes eten. 

Toen we wandelden over het strand zagen we een Soepschildpad uit het water komen om in het zand haar eieren te leggen. Een prachtig beest, maar ik kon jammer genoeg geen foto maken omdat we moesten doorwandelen. Als de groep bleef staan, durfde de schildpad niet meer aan land te komen. De gids besloot om nog verder rond te kijken zodat de schildpad in alle rust haar kuil kon graven om haar eieren in te leggen. We kwamen verder geen schildpadden tegen tot opeens een gids zei dat Charlotte en ik in alle stilte moesten meekomen. Hij kon dit niet aan de volledige groep vragen aangezien dit te druk zou zijn. We slopen stiekem weg van de groep om zogezegd te gaan plassen, maar gingen gewoon naar de gids toe aangezien hij een schildpad had gezien. Vooraf werd ons gezegd om geen foto's te maken met flits aangezien dit de dieren afschrikt. Toch kregen we de kans om één foto te maken van de mooie schildpadden. Ik ben blij dat ik toch een foto heb kunnen maken van dit prachtige tafereel want het is echt moeilijk om dit in het donker te doen! 


Daarna wandelden we stiekem terug naar de groep. Zij stonden te wachten krotbij de andere zeeschildpad die we uit het water hadden zien komen. Ze was bezig met het graven van een kuil om de eieren in de leggen. Toen was het zover! We mochten in groepjes van twee snel even gaan kijken hoe de eieren gelegd werden. Wat een unieke ervaring om mee te maken! Ik had nooit gedacht dat ik dit ooit zou zien. Het was zo mooi en zeker iets wat me altijd zal bijblijven. Om het dier niet te storen maakte ik een filmpje en knipte ik hier mijn foto's uit.


Jammer genoeg heb ik niet de populaire Leatherback gezien, maar ik ben zeer tevreden dat ik het tafereel van de eiren leggen, heb mogen meemaken! 

Twee dikke duimen omhoog voor de ervaring!

De groep maakte er bij terugkomst nog een leuke avond vak met de lekkere en bekende cocktail van Eduardo, de kok (en gids). Een cocktail op basis van watermeloen en Borgoe (rum). Niet te sterk en heel lekker. Sommigen dansten nog op de muziek en ik genoot van het gezellig samenzijn met de anderen. Gewoon genieten van de regenachtige, maar prachtige dag. Voor ik het wist was het 03.00u 's nachts en kroop ik toch stilaan mijn bedje in. Het beloofde een korte nacht te worden.

Zaterdag 30 april 2016

Om 07.00u ging de wekker af. Ik hoorde geen regen tikken op het dak dus het beloofde een mooie dag te worden. Voor het ontbijt van 08.00u wou ik nog een korte wandeling maken door het dorp omdat dit toch anders is dan in de regen. Charlotte en ik liepen richting de waterkant om nog enkele mooie foto's te maken.


Even zot doen :D


Er stond een lekker ontbijt te wachten met vers fruit. Heerlijk op zo'n warme dag. Vitamientjes opdoen voor de lange rit terug naar Paramaribo. Ik hield met bezig met eigenlijk niets. Gewoon op het gemakje zitten en wat foto's nemen voordat we zouden vertrekken.


Het plan was om rond 11.00u te vertrekken, maar dat is uiteindelijk niet gelukt. Het werd 12.30u toen de boot werd ingeladen. Dat moment hebben we nog hard moeten lachen want Eduardo maakte een mooie val, recht in het water, langs de boot. Nog enkele mooie foto's van de kustlijn en daar vertrokken we weer... Weg van het prachtige Galibi en richting Frans Guyana.

Genieten van het zonnetje op de boot!

In St. Laurent (Fr. Guy.) meerde de boot aan voor een bezoek aan de lokale markt en een oude gevangenis. St. Laurent wordt ook wel Petit Paris genoemd vanwege de koloniale bouwstijl. Toen ik door de straten wandelde merkte ik onmiddellijke op dat dit helemaal anders is dan Suriname. Er ligt weinig tot geen afval in de straten en de meeste huizen zien er niet zo armzalig uit


De multiculturele markt is een markt waar veel Surinaamse kooplieden hun waren verkopen. Het is een Franse markt met Surinaamse waren. De zaterdagochtendmarkt, in St. Laurent, het grensdorpje aan de Franse kant van de Marowijnerivier, gonst van bedrijvigheid. De kraampjes vormen met hun kleurrijke parasols een gezamenlijk dak boven het marktpleintje. De kraampjes liggen volgestapeld met bakoven (banaan), kouseband en andere groenten- en fruitsoorten. De markt in Fr. Guyana wordt dus grotendeels bevolkt door Surinamers. Rond 13.00u wordt de markt geleidelijk aan afgebroken. De grond ligt vol platgetrapte bladeren, lege blikjes en kapotte bananen. Losse planken worden in busjes gedragen en de bevolking probeert van hun laatste koopwaren af te komen. Wat over is, nemen ze terug mee naar huis. Dit proberen ze de volgende woensdag nog een keer te verkopen.


St. Laurent is vooral bekend geworden door de verfilming van het boek Papillon. De stad telt zo'n 20.00o inwoners en ligt 260km van de hoofdstaf Cayenne verwijdert. De bagno (de gevangenis) is bewaard gebleven. Papillon, een man die naar eigen zeggen onterecht veroordeeld werd voor moord door valse getuigenissen, krijgt een levenslange gevangenisstraf in deze gevangenis. Hij was vastberaden te ontsnappen, maar zijn eerste pogingen mislukten. Hij trachtte uiteindelijke negen keer te ontsnappen waarbij de laatste poging slaagde. Hij ontsnapte op een zak kokosnoten. De film die in 1973 in premiere ging, is op deze locatie gemaakt. Hiervoor werd een groot deel van de gevangenis voldoende opgeknapt om de gelijkenis met de gevangenis uit Papillon's tijd zo groot mogelijk te maken. De gevangenis is nu een museum waar je onder begeleiding van een gids de barre omstandigheden, waaronder de gevangenen moesten leven, krijgt te zien en te horen. Je ziet de appèlplaats waar de gevangenissen uren moesten staan in de zon en je kan ook bezoek brengen aan de krappe isolatiecel. De strafinrichting is de hoofdvestiging in de kolonie en diende als doorgangskamp voor de overige dwangarbeiderskampen in het binnenlandse regenwoud. In St. Laurent verbleven de veroordelen meestal slechts een bepaalde tijd, waarna zij in groepen werden ingedeeld en uiteindelijk naar een van de kampen werden overgeplaatst. De hele strafverdeling was ingesteld op STRAF. Het ging over veroordeelde criminelen die het verdienden om zwaar gestraft te worden. Alles werd de gevangen zo onaangenaam mogelijk gemaakt. Iets wat in het warme en vochtige klimaat snel werd bereikt.


Overdag werkten de gevangenen in de nabijgelegen jungle om paden te maken, hout te kappen, wegen aan te leggen enzovoort. Soms moest men 10km lopen met een ijzeren kar waarop materialen werden gevoerd. Vervolgens werkten ze 10-12 uur om zware arbeid te verrichten. Vele gevangen overleefde de zware arbeid, de ondervoeding en de in het gebied voorkomende tropische ziekte niet. 's Avonds moesten de mannen naast elkaar op betonnen banken liggen waarna hun enkels met ijzeren boeien aan banken en de muur werden vastgeketend. Omdraaien ging dus niet. Daarna werden de ontluchtingsluiken gesloten. Velen kwamen na afloop van hun straf geestelijk gebroken uit de cellen tevoorschijn.


Wanneer de gevangenisstraf uitgezeten was, werd de gevangene vrijgelaten, maar mocht hij de kolonie nog 10 jaar niet verlaten. Hij moest verder zelf maar zien hoe hij aan werk, onderdak, kleding en voedsel kwam. In feite kwamen er vrijwel geen gevangenen van Fr. Guyana ooit terug in Frankrijk. 

Na het bezoek aan de markt en de gevangenis, kregen we weer een lekkere maaltijd: bami, kip en kouseband. Toen ik terug krachten had opgedaan vertrokken we, te voet en samen met de gids richting de douane om ons paspoort terug te laten afstempelen. We namen daarna weer een boot die ons terugbracht naar de rest van de groep in Albina. Daar moesten we ons paspoort nog eens laten stempelen omdat we Suriname terug binnenkwamen. Wat een gedoe! Het zonnige weer was weer voorbij en het begon terug te regenen. De rit terug naar huis was ijzig koud door de airco, maar we zijn heelhuids terug geraakt en hebben er weer een supertoffe ervaring opzitten!


Zondag 1 mei 2016
Supermarktdag/rustdag!

Dikke kus
xxxxxxxx

1 opmerking:

  1. Wow wow wowwwww....als je dit hier allemaal leest ! Ondanks ik je hele blog gelezen heb weet ik toch niet meer waar eerst op te reageren. Op de regen mss :-) Schildpadden,kouseband,gevangenis,lekker eten en drinken of gewoon jou hele ervaring. Eigenlijk is dit voor ons hier gewoon om jaloers op te zijn. En wat voor tijd je er ook allemaal insteekt om de blogs te schrijven,super. Laat nu de mensen van je stageplaats maar eens een GROOT verslag schrijven zodat de leerkrachten in België eens de ogen gaan open trekken en zien dat op stage gaan niet alleen rozegeur en maneschijn is. Maar...het begint serieus te korten nu en deze ervaring zit er dus bijna op. Pak het daar nog stevig aan en geniet er ten volle van. Big hug mama xxx

    BeantwoordenVerwijderen